Читать книгу Nauka Holenderskiego przez Literaturę: Analiza i Tłumaczenie 'Max Havelaar' z Klasyki Niderlandzkiej онлайн
want hy bemoeide zich altyd met dingendie hem niet aangingen
het was in drie of vier en dertiggeloof iken in Septemberwant er was kermis te Amsterdam
daar myn oude luî van voornemen wareneen predikant van my te makenleerde ik latyn
later heb ik myzelf dikwyls afgevraagdwaarom men latyn moet verstaanom in 't hollandsch te zeggenGod is goed
genoeg, ik was op de latynsche schoolnu zeggen ze gymnasiumen daar was kermis…in Amsterdam, meen ik
op de Westermarkt stonden kramenen als ge een Amsterdammer zyt, lezeren nagenoeg van myn leeftydzult ge u herinneren hoe daaronder één wasdie uitmuntte door de zwarte oogenen de lange vlechten van een meisje, dat als een Griekin gekleed was
ook haar vader was een Griekof althans hy zag er uit als een Griek
ze verkochten allerlei reukgoed
ik was juist oud genoeg om het meisje mooi te vindenzonder evenwel den moed te hebben haar aantespreken
dit zou my ook weinig gebaat hebbenwant meisjes van achttien jaren beschouwen een jongen van zestienals een kind
en hierin hebben ze groot gelyk
toch kwamen wy, jongens van quartaaltyd 's avends op de Westermarktom dat meisje te zien
nu was hy die daar voor me stond met zyn sjaaleens daarbyschoon hy een paar jaren jonger was dan de anderenen dus nog te kinderachtig om naar de Griekin te kyken
maar hy was de primus van onze klassewant knap was hy, dit moet ik erkennenen hy hield veel van spelen, stoeien en vechten
dáárom was hy by ons
terwyl we duswe waren wel met ons tienenvry ver van de kraam afnaar die Griekin stonden te kykenen beraadslaagden hoe wy 't moesten aanleggen om kennis met haar te makenwerd er besloten geld by-een te leggenom iets in die kraam te koopen
maar toen was goede raad duurom te weten wie de stoute schoenen zou aantrekkenom het meisjen aantespreken
ieder wildemaar niemand durfde
er werd gelooten het lot viel op my
nu erken ikdat ik niet gaarne gevaren trotseer
ik ben man en vaderen houd ieder die het gevaar zoektvoor een gekwat ook in de Schrift staat
het is my inderdaad aangenaam optemerkenhoe ik my in myn denkbeelden over gevaar en zulke dingengelyk ben geblevendaar ik thans over zoo-iets nog juist dezelfde meening koesterals dien avend toen ik daar by de kraam van den Griek stondmet de twaalf stuivers die we saamgelegd hadden, in de hand